Op eigen kracht


Mama. Dat is het enige dat ik wilde worden als ik later groot was, moeder. Al een jaar of 3 waren we inmiddels mèt hulp serieus bezig toen ik via IVF zwanger werd. De verloskundigenpraktijk had ik met zorg uitgezocht en die moeite werd beloond, want bij de praktijk van Verloskundigen Amersfoort voelde het direct als thuiskomen. Eigenlijk elke keer een feestje om naar de afspraak te gaan, altijd samen, want “we zijn toch ook sámen zwanger”, zei mijn Liefde.

Gesterkt door het vertrouwen en de rust van Liefde, zou ik thuis gaan bevallen en dat voelde goed. Uiteraard werd ik ongeduldig toen er niets gebeurde op de data die ik zelf had uitverkoren voor de geboorte van die kleine. Strippen had ik afgeschreven, want daar geloofde ik niet zo in. Maar bij de laatste controle, bijna een week na dé datum, was ik het zat en prikten de tranen op mijn wangen. Nadat Karin mij onderhanden had genomen, voelde ik mij nog zeker een uur of 3 ongemakkelijk. Maar toen een vriendin ’s avonds op bezoek kwam, begon ik al snel weer praatjes te krijgen en leek alles weer “normaal”.
Om kwart voor zeven de volgende ochtend hing ik toch ineens tegen het bed aan te zuchten. Weeën? Of toch krampen? Voorzichtig liet ik Liefde een uur later weten dat ik het toch wel fijn zou vinden als ‘ie thuis bleef vandaag. Toen Martine tijdens haar 1e bezoek om een uur of tien uitsluitsel gaf, voelde het als een opluchting: we waren begonnen! Tegen vieren ‘s middags stond ik onder de douche: buik- en rugweeën wisselden elkaar af. Gelukkig was ik heel goed in wegzuchten, ik kon mijn lange adem – opgedaan als hobbyzangeres – goed inzetten. Martine constateerde bij haar volgende bezoek een ontsluiting van 4,5 centimeter.
En toen dropte ze de bom: het jaarlijkse team-etentje was uitgerekend vandaag en ze zou van half zeven tot elf uur ’s avonds uit de lucht zijn. Uiteraard kon ik in noodgevallen bellen met haar vervanging – die ik natuurlijk nog nooit had ontmoet – maar als ik het volhield, zou Martine er om 23.00 uur weer zijn. Gelukkig ben ik best goed met deadlines dus dat moest lukken! Bovendien was de dag relatief snel voorbijgegaan, die paar uurtjes konden er ook nog wel bij … Rond 22.00 uur stond ik voor de 2e keer onder de douche en moest ik ook voor de 2e keer overgeven. Ik ging maar weer eens in een nieuwe houding hangen en zakte af en toe weg. Om vervolgens keer op keer te constateren dat het laatste half uur tot de deadline langer duurde dan de hele dag weeën opvangen bij elkaar.
Eindelijk was de tijd verstreken en stond mijn verlosser weer voor mijn neus. De ontsluiting was goed op gang – al 7 tot 8 cm – en Martine ging niet meer weg. Wat een opluchting was dat! Rond middernacht brak ze mijn vliezen en begonnen de weeën heviger te worden. Mijn kraam Audrey was ook al gearriveerd, dus mijn ideale team was compleet. Liefde mocht niets meer doen van mij, behalve vooral NIET van mijn zijde wijken, Martine zorgde voor de complimenten – gevoelig als ik daarvoor ben – en Audrey werd mijn steun en toeverlaat, met precies de juiste toon om mij bij de les te houden!

Het laatste stuk werd – onverwacht – toch nog een soort van trauma. De hele dag door waren de weeën steeds iets heviger geworden, maar na een kleine opleving bij het breken van de vliezen, werden ze nu weer minder. Sterke en zwakke weeën wisselden elkaar af en ik kon met erger zuchten de wee niet zwaarder “faken”, hoe graag ik dat ook wilde. Ik was moe en viel af en toe in slaap, om vervolgens weer wakker te worden van de volgende golf. De ontsluiting ging echter moeiteloos door en om een uur of 3 ’s nachts mocht ik dan eindelijk op de baarkruk, door mij uitverkoren als de ideale houding. Ik had van tevoren bedacht hoe het zou gaan: na 5x goed persen zou mijn kind er zijn (!). Maar niets bleek minder waar.
Achteraf, napratend met diverse ervaringsdeskundigen, kan ik constateren dat ik geen persweeën heb gehad. Die allesoverheersende drang, waar je niets anders mee kunt dan erin meegaan en eraan overgeven, heb ik niet ervaren en dus ook niet de opluchting dat ‘je eindelijk mag gaan persen’. Na een half uur op de baarkruk was Liefde het gevoel in zijn armen en benen kwijt en werd ik naar het bed geloodst. Daar verzette ik mij in eerste instantie hevig tegen deze – voor mij onnatuurlijk voelende – houding. Het Dreamteam heeft alles op alles gezet om mij ertoe te bewegen tòch door te gaan, ook al woedde ‘daar beneden’ een hevige bosbrand omdat het hoofdje inmiddels al stond. Martine ‘dreigde’ nog even met een knip, omdat het hartje van de kleine toch wat langzamer ging kloppen. “Alles op alles”, dacht ik toen! Audrey maande mij gelukkig net op tijd mijn ogen open te doen, zodat ik mijn kind geboren zag worden. Glibber de glibber op mijn buik en daar was hij dan eindelijk om 04.09 uur: onze liefdesbaby, het aller-, aller-, ALLERmooiste geschenk op aarde.
Iedereen zegt dat ik het zo goed heb gedaan. ‘Op eigen kracht’ mijn kind ter wereld gebracht, hoe sterk is dat? Het deed me eerst helemaal niks, want je hebt geen vergelijking als je voor het eerst moeder wordt, je kunt alleen maar op je eigen ervaring afgaan. En het deed zó ontzettend veel pijn en ik vond het zó ontzettend zwaar om te persen, dat ik de eerste 3 dagen na de bevalling alleen maar heel hard kon huilen als ik eraan dacht.
Napraten met Liesbeth hielp: “In elke bevalling zit een stuk dat niet aan je eigen verwachting voldoet en dus tegenvalt. Bij de meeste vrouwen is dat het lange wachten op de 10 cm ontsluiting en het opvangen van weeën. Bij jou is dat het laatste stuk geweest.” En na het laatste bezoek van Martine kon ik alles nòg beter relativeren. Door samen te evalueren en ervaringen te checken bij elkaar, kon ik de bevalling in perspectief plaatsen en ook een beetje trots voelen in mijn hart. Iets waar ik overigens totaal geen moeite mee heb als ik naar onze zoon kijk, Liefde’s binkie en mijn piraatje. Het is gelukt. Ik ben mama.